Ik ben sinds 1989 actief als adviseur. Met een achtergrond als chemicus begon dat met chemisch afval, afval in het algemeen en het voorkomen daarvan. Later lag de nadruk vooral op wet- en regelgeving en de handhaving daarvan en op het aansturen van andere mensen. Ik heb dat altijd met zeer veel plezier gedaan en had met name plezier in het samen met anderen iets nieuws creëren. De momenten dat 1 + 1 drie was kan ik me stuk voor stuk herinneren en maken dat ik met veel plezier terugkijk op die periode. En als ik denk aan die tijd dan denk ik aan dat project of die training met Han, Joost, Ronald, Koen en …… .
In 2008 kreeg ik de diagnose parkinson en dat betekende dat 40 uur werken en werk onder druk steeds minder makkelijk gingen. Ik maakte me zorgen over de toekomst. Kan ik blijven doen wat ik leuk vind? Een lastige vraag, waar je wakker van kan liggen. In die tijd zat ik een keer met Koen te praten in Veenendaal en kwam Koen met de opmerking dat ik al zoveel gewerkt had, waarom kon ik niet tevreden zijn met de zorg voor onze kinderen? Toen kwam ik daar niet goed uit.
In die tijd was ik ook bezig met een training master practitioner NLP. Voor de mensen die het niet kennen: NLP gaat voor mij vooral over communicatie met anderen en communicatie met jezelf. In die training kwam onder meer aan de orde: wat vind jij nu belangrijk? Wat maakt dat je doet wat je doet en waar komt dat vandaan?
Uit onderzoek blijkt dat in het bijzonder in de periode tot aan de volwassenheid de kernwaarden van een mens (dat wat ‘ie het allerbelangrijkst vindt) zich ontwikkelen. Die kernwaarden vormen zich door opvoeding en ervaring.
In de eerste 7 levensjaren van een kind vormt het bewuste een kleine rol in de dagelijkse beleving. Dit betekent dat waarnemingen, ervaringen en daaruit voortkomende overtuigingen zich relatief vrij kunnen ‘nestelen’ in het onbewuste. Zeer jonge kinderen leren daardoor snel én nemen waargenomen feiten als ‘waar’ en ‘vanzelfsprekend’ aan.
In de periode van 7 tot 14 jaar krijgt het bewuste een meer prominente rol. Een kind gaat meer op zoek naar de eigen ervaring. Wat gebeurt hier nu precies? Wat vind ik daar zelf van? Hoe ga ik hier mee om? Hoe gaan anderen daarmee om? Wie kan ik als voorbeeld nemen? Het leidt vaak tot het overnemen van gedrag van mensen, waarmee het kind zich verbonden voelt.
In de resterende periode tot circa het 21ste levensjaar groeit letterlijk de bewustwording van het kind. Het kind probeert ‘zijn eigen weg’ te zoeken en probeert dingen uit, zoekt grenzen op. Ook wel bekend als puberen.
In die training (her)ontdekte ik wat ik zocht in mijn werk: “Invloed”, “Samen werken” en “maatschappelijk relevant”.
Nu ben ik zzp-er. Ik werk minder en werk veel alleen. En als ik teveel alleen werk, mis ik iets: “Samen werken”. Het mooie is dat ik dat vind in mijn activiteiten als vrijwilliger voor de Parkinson Vereniging. En dat is dus weer een mooi voorbeeld van hoe het (gedeeltelijk) verliezen van iets belangrijks als ‘werk’, er niet toe heeft geleid dat ik mijn kernwaarden niet meer kan waarmaken. Als ik me had gefocust op het verlies, was ik daar nu nog gefrustreerd over. Maar ik heb me gerealiseerd dat datgene wat het werken me opleverde (het gevoel samen met anderen iets nieuws en waardevols tot stand te brengen) ook op andere manieren bereikbaar was.
En dat is een mooie constatering.
Prettige dag,
Kees